Recent werden de bekende Rabo-certificaten aan de beurs van Amsterdam genoteerd. Daarmee kwam een einde aan een lange periode waarin de certificaten alleen beschikbaar waren voor de leden van Rabobank. Dat de certificaten nu beursgenoteerd zijn, maakt ze beschikbaar voor iedereen.
Daarmee is de verhandelbaarheid drastisch toegenomen. Wat ik een positief punt vind, vergeleken met de situatie zoals die voorheen was, met een maandelijkse mogelijkheid tot koop en verkoop. En dus slechts maandelijkse koersvorming. Lastig vind ik wel dat de certificaten een beetje tussen wal en schip vallen. De obligatiespecialisten vinden het geen echte
obligaties, de aandelenanalisten geen echte aandelen. Beide groepen hebben gelijk. Laat ik ze eerst eens vanuit het gezichtspunt van een obligatie benaderen.
Sterke bank
Dan is het een obligatie van een sterke bank, ondanks alle problemen die Rabobank de afgelopen periode heeft gehad. Met een behoorlijke coupon, een stuk hoger dan bijvoorbeeld van een Nederlandse staatsobligatie. Maar daarvan weet je als belegger wel zeker dat je altijd je rente krijgt. Terwijl bij de
Rabobank certificaten de betaling kan worden gepasseerd als de resultaten van de bank het niet toelaten.
Achtergesteld
Een ander punt is dat de certificaten van Rabobank een achtergestelde ‘obligatie’ zijn. Als de bank in de problemen komt, sta je als certificaathouder achteraan in de rij om je geld terug te krijgen. Terwijl bij een normale obligatie je vlak na de fiscus aan de beurt bent om je geld terug te krijgen als de overheid of de onderneming die de obligatie uitgaf in de problemen is geraakt.
Verder vind ik het perpetuele element van de certificaten nadelig. Bij een obligatie met een bepaalde looptijd krijg je op enig moment de hoofdsom weer terug. Bij de certificaten van Rabobank is er geen sprake van een aflossing op een bepaalde datum. Als ik deze elementen in ogenschouw neem, vind ik de risicopremie van deze ‘obligatie’ misschien wel weer wat laag.
Rabobank certificaten als aandeel
Als ik het certificaat als aandeel bezie, dan is het voordeel dat het een dividendrendement heeft dat hoger is dan bij veel andere aandelen.
Een nadeel is dat, net als bij andere ondernemingen die dividend uitkeren, Rabobank eenzijdig kan besluiten de minimaal beoogde vergoeding van 6,5% te schrappen, zonder de verplichting dat later in te halen. Daarnaast is natuurlijk het grote verschil dat als je aandelen koopt je kans op koerswinst hebt. De afgelopen jaren hebben de financiële waarden zeer behoorlijk gepresteerd op de beurs. Als dat herstel doorzet, kun je als aandeelhouder profiteren van verder oplopende koersen. Dat is niet tot nauwelijks het geval bij de Rabo-certificaten. Hoewel de koers na de introductie op de beurs wel iets opliep. Maar veel meer koerswinst zit er niet in, tenzij de rente verder daalt. De kans daarop is nu niet groot.
Conclusie
Als ik het beursgenoteerde certificaat van Rabobank als obligatiebelegger bezie, is het wel belangrijk om te kijken of het certificaat past binnen het obligatiegedeelte van de beleggingsportefeuille, gezien het hogere risico. Als ik het certificaat als een aandeel bezie, liggen de zaken weer anders. Ik merk vanuit mijn eigen praktijk dat beleggers dividend de laatste jaren belangrijk vinden, maar zeker ook een mogelijke koerswinst. Vanuit dat perspectief zou ik beleggers dan eerder een belegging in aandelen van een andere bank aanraden. Dan heb je misschien minder dividend, maar wel uitzicht op een aantrekkelijke koerswinst.