De tijd dat je als obligatiebelegger na het uitzoeken van wat vastrentende beleggingen de verdere werkzaamheden kon beperken tot het knippen van couponnetjes en het ophalen van de rente, is voorbij. Met het uitbreken van de bankencrisis in 2008 heeft het obligatielandschap een complete gedaantewisseling ondergaan.
Zoals onderstaande grafiek (opslag voor senior bankobligaties) duidelijk laat, zien zijn we tot eind 2007 een lange periode geconfronteerd met extreem lage risico opslagen (spreads) voor financiële instellingen. Hierdoor werden beleggers gedwongen steeds meer risico te nemen om meer rendement te kunnen maken dan er op “veilige” staatsobligaties kon worden gerealiseerd. Financiële instellingen speelden hier gretig op in door de markt te overspoelen met gestructureerde producten. Hiermee stelden zij zichzelf in staat om op bijzonder lage niveaus geld uit de kapitaalmarkt te halen wat zij tot hun kernkapitaal mochten toerekenen.
Hoewel vaak zeer complex kregen deze gestructureerde producten vaak van de grote ratingbureaus investment grade ratings (BBB- of hoger), waardoor ook institutionele beleggers deze producten in de portefeuilles mochten opnemen.
Hiermee is gelijk ook de verklaring voor de scherpe koersdaling van februari 2009 benoemd. Door downgrades kwamen de ratings van deze structuren beneden investment grade en moesten veel institutionele beleggers, in naleving van de beleggingsstatuten, de gehouden posities verkopen.
Grafiek: spread over swaps voor senior obligaties van financiële instellingen
Bovenstaande grafiek laat ook zien dat na het vormen van een tweede piek in november 2011 de spreads op een (volgens marktkenners) normaal en acceptabel niveau zijn beland.
Niets aan de hand zouden we dan kunnen zeggen, maar schijn bedriegt. Het gevaar komt momenteel zelfs van twee kanten.
De hiervoor genoemde spreads zouden weliswaar nog wat verder kunnen inkomen, maar dat zal normaliter alleen gebeuren als de kapitaalmarkten in een aanhoudend herstel van de economie blijven geloven.
Een verdere daling zal echter volledig teniet worden gedaan door de stijging van de benchmarkrentes (AAA landenobligaties); deze zullen bij een aantrekkende economie fors kunnen gaan oplopen.
Aan de andere kant loert het gevaar dat spreads bij verslechterende marktomstandigheden (lees escalatie schuldencrisis) kunnen uitlopen.
Waar dit in 2008 nog gedeeltelijk kon worden opgevangen door een daling van de benchmarkrentes zit dat er met de Duitse 10 jarige rente op 1.38% niet meer in.
Momenteel is duidelijk waarneembaar dat de risicoappreciatie van de obligatiebelegger is toegenomen. Ondanks een aanzienlijk lagere coupon dan waarmee we de laatste tijd verwend zijn, werden de vorige week door Fiat en Hochtief geëmitteerde leningen vele malen overschreven.
Ook in de secundaire markt gingen de hoogrentende producten als warme broodjes over de toonbank, waarmee de honger naar rendement werd gestild.
Het is een gegeven dat markten, zowel in positieve als in negatieve zin, enorm kunnen overdrijven en dat de zekerheid op een snelle en goede afloop van de schuldencrisis nog ver weg is. Dit alles overziend kan ik niet anders concluderen dan dat het een hele klus zal worden om het komende jaar een aanvaardbaar rendement op obligaties te verwezenlijken. Achteroverleunen en niets doen zal bijna zeker tot een negatief resultaat van uw obligatieportefeuille leiden en alleen met actief beheer kan dat in mijn optiek worden voorkomen…