Onderzoek leert dat Nederlandse beleggers maar weinig in obligaties beleggen. Het merendeel van de particulieren belegt overwegend in aandelen. Wanneer veiligheid en het genereren van inkomen belangrijke doelen zijn, blijkt de particuliere belegger vooral in achtergestelde leningen met een hoog aanvangsrendement te beleggen. De laatste tijd realiseert de belegger zijn inkomsten vooral met beleggingsfondsen, spaardeposito’s en soms veilige staatsobligaties. Een kritische blik leert dat het vooral beter kan.
Navraag leert dat de particuliere belegger het lastig vindt om
de kasstroom in zijn portefeuille te optimaliseren. Zeker in de huidige markten zijn veel
beleggers aan het schuilen. Duidelijk is dat men het vooral niet meer weet. En
dat kun je niemand ook echt kwalijk nemen. Vooral beleggers die moeten leven
van de kasstroom uit de beleggingen kunnen, door een betere selectie van
instrumenten, hogere inkomsten genereren over hetzelfde vermogen. De belegger laat
in mijn ogen een kans op rendement liggen. Hij of zij neemt daarentegen wel
risico’s die de kans op behoud van vermogen in combinatie met inkomsten
verkleinen. Laten we daarom de verschillende categorieën langs lopen.
Vooral niet verliezen
De spaardeposito’s en beleggingen in laag renderende
staatsobligaties zijn een voorbeeld van de angst. Wie speelt om niet te
verliezen, heeft ook weinig kans om de wedstrijd te winnen. Het is de kunst om
juist beide doelen na te streven; veiligheid in combinatie met een zo hoog
mogelijk inkomen.
De grote vraag is of je vermogen echt veilig is wanneer je in staatsobligaties
belegt die geen of zelfs een negatief effectief rendement genereren. Dit zal en
moet een keer leiden tot het barsten van een bubbel. Anders gezegd; denkt u
echt dat beleggen in Nederlandse en Duitse staatsleningen veilig is als binnen
de eurozone iedere keer geld aan de zwakkere landen of zwakke banken moet
worden geleend? Ik denk het niet.
Neem daarom winst op de sterk opgelopen koersen van Duitse en Nederlandse staatsobligaties.
Ook Duitsland en Nederland zullen met de huidige daadkracht van de leiders
binnen de eurozone de gemeenschappelijke last gaan dragen. De belegger in
staatsobligaties die blijft zitten, blijft dan achter met een flink
koersverlies en een marginaal inkomen.
Let op met achtergestelde leningen
Over de achtergestelde leningen is ook veel te vertellen.
Deze producten zijn in de voorbije jaren en masse door de banken verkocht aan
particuliere beleggers. Om dit vooral succesvol te laten verlopen waren de
aanvangsrendementen zo hoog mogelijk. Met de verkregen 6% of zelfs 9% per jaar,
blijkt de belegger inmiddels op twee fronten te zijn ingehaald door de
werkelijkheid. Allereerst is de achtergestelde status, in combinatie met de
zeer lange looptijd, reden voor een forse koersdaling. Daarbij, en dat is net
zo belangrijk, staan de inkomsten onder druk omdat de vaak zeer complexe voorwaarden die zorgen voor de variabele couponuitkering
al enkele jaren resulteren in steeds lagere rentebaten.
Ik wil daarmee niet zeggen dat dit soort
leningen op het huidige koersniveau niet interessant kunnen zijn. Nee, een
aantal van deze leningen heeft zeer stevige voorwaarden en is uitdagend
geprijsd. De belegger die deze obligaties uit emissie heeft gekocht is echter
de dupe. De kans om binnen redelijk tijd weer op 100% uit te komen is meestal
vrij klein.
Doe jezelf niet tekort
Tot slot zie ik steeds meer beleggers overstappen naar
obligatiefondsen. Onder het mom van veiligheid is spreiding van het vermogen
een reden om fondsen aan te schaffen die beleggen in een gespreid mandje van obligaties. Ik wil hier
drie gedachten met u delen.
Allereerst zijn de obligatiefondsen streng gebonden aan een mandaat. Dit
betekent dat ze geregeld obligaties kopen die u momenteel zelf te duur vindt of
die een te laag effectief rendement verschaffen.
Ten tweede blijft er bij de obligatiefondsen altijd wat hangen aan de
strijkstok. De beheerder rekent u naast aan- en verkoopkosten van het fonds 1%
tot 2% aan totale kosten per jaar. U ziet daar niets van. Dit uit zich echter
wel in het resultaat van het fonds. Wanneer het fonds een brutorendement
behaalt van 3% tot 5%, blijft er uiteindelijk voor u weinig over. Is het resultaat
minder, dan blijft er zelfs niets over. Het risico ligt echter wel bij u als
belegger.
De derde gedachte is dat het kopen van obligatiefondsen veelal onnodige overlap
veroorzaakt. Verschillende fondsmanagers kopen voor een groot gedeelte dezelfde
obligaties. De spreiding valt dus eigenlijk tegen.
Spreiden met obligaties
Hoe dan wel? Wie over een redelijk vermogen beschikt,
veiligheid zoekt en jaarlijkse inkomsten als doelstelling heeft, kan na enig
zoekwerk zelf een spreiding aanbrengen in diverse obligaties. Het is goed mogelijk
om bij de keuze van de vastrentende waarden te streven naar een gerichte
kasstroom. Ik wil u een viertal richtingen schetsen.
Dat er een aantal interessante achtergestelde leningen (van systeembanken) zijn
met stevige couponvoorwaarden had ik u al gezegd. Let op de voorwaarden, de
looptijd en de uitgever.
Daarnaast zijn er, vooral bij Duitse bedrijven, nog aantrekkelijke
bedrijfsobligaties te vinden. Wie bang is dat de euro in waarde zal verliezen
kan daarnaast ook nog zoeken naar hoogrenderende kortlopende obligaties van
supra nationale instellingen in vreemde valuta. De keuze varieert van Amerikaanse,
Australische, Canadese Dollars, Noorse Kronen tot aan Russische Roebels,
Mexicaanse Peso’s en Turkse Lyra’s. De uitgevers van deze leningen behoren
veelal tot internationale instellingen die een Triple A status genieten. Ook
ABN Amro en de Rabobank geven dit soort leningen uit. Tot slot wijs ik u op het
opbouwen van een of meerdere posities in inflation linked obligaties. De kans
is namelijk groot dat we te maken krijgen met een hogere inflatie dan nu het
geval is.